De gemiddelde orderportefeuille in de bouwnijverheid is in april gestegen naar 11,5 maanden werk. Dat is 0,2 maand meer dan in maart. In de woningbouw (+0,2 maand naar 14,4 maanden) en utiliteitsbouw (+0,2 maand naar 11,0 maanden) en de wegenbouw (+0,2 maanden naar 8,2 maanden) is sprake van een lichte toename. De grond-, water- en wegenbouw komt uit op gemiddeld 8,9 maanden.
Hoewel de werkvoorraad iets is toegenomen, ondervindt circa 40% van de bouwbedrijven belemmeringen in de productie.
De gemiddelde orderportefeuille in de bouwnijverheid is in april gestegen naar 11,5 maanden werk. Dat is 0,2 maand meer dan in maart. In de woningbouw (+0,2 maand naar 14,4 maanden) en utiliteitsbouw (+0,2 maand naar 11,0 maanden) en de wegenbouw (+0,2 maanden naar 8,2 maanden) is sprake van een lichte toename. De grond-, water- en wegenbouw komt uit op gemiddeld 8,9 maanden.
Hoewel de werkvoorraad iets is toegenomen, ondervindt circa 40% van de bouwbedrijven belemmeringen in de productie. Personeelstekorten blijven in alle sectoren een knelpunt; bijna 20% noemt dit als belangrijkste beperking. Het aantal bedrijven dat een gebrek aan orders ervaart, neemt af maar ligt nog rond de 10%.
De orderpositie wordt door ruim 20% van de bedrijven als groot beoordeeld, terwijl 10% deze als klein inschat. De personeelsverwachtingen zijn voorzichtig positief: een kwart denkt de komende maanden meer mensen aan te nemen, tegenover minder dan 5% die een krimp voorziet. Ruim de helft van de bedrijven verwacht bovendien prijsstijgingen.
De cijfers zijn afkomstig uit de conjunctuurmeting bouwnijverheid van mei 2025, uitgevoerd door het Economisch Instituut voor de Bouw in opdracht van de Europese Commissie.